Hoeveel borstklopperij past er op een tijdlijn

Over de neoliberale professional die vooral zichzelf graag begeleidt

Een dier dat zichzelf vasthoudt aan zijn eigen slurf: op het eerste gezicht is het een onschuldig tafereel, bijna aandoenlijk zelfs. Een blauwe olifant, vrolijk van kleur, maar in een onnatuurlijke bocht gedraaid, als gevangen in zijn eigen beweging. Wie iets langer kijkt, merkt het absurde van het beeld: een wezen dat zichzelf vasthoudt in een omhelzing die geen richting kent, een gesloten lus zonder bestemming. Misschien is dat precies wat er gebeurt wanneer zichtbaarheid op LinkedIn onmerkbaar overgaat in zelfverheerlijking (Han, 2012).

Steeds vaker worden we omringd door verhalen waarin niet de inhoud, maar de verteller zelf het centrum van betekenis vormt. Kwetsbaarheid verschijnt niet langer als een oprechte opening, maar als zorgvuldig geregisseerd element van personal branding. Succes wordt pas gedeeld wanneer het van een glans is voorzien die de twijfel buiten beeld houdt. We prijzen onze eigen veerkracht, vieren onze zogenaamd nederige oorsprong en vormen met elkaar een applausmachine die zich vermomt als inspiratiebron (Orgad, 2024). Maar als we eerlijk zijn: wat wordt hier eigenlijk gevierd? De gedeelde ervaring of het feit dat jij gezien wordt?

Zichtbaarheid als valuta

Binnen professionele netwerken heeft zichtbaarheid zich ontwikkeld tot een vorm van valuta. Aantallen views, likes en reacties fungeren als meetinstrumenten voor succes, als nieuwe KPI’s van persoonlijke waarde. In deze context geldt authenticiteit slechts zolang die rendement oplevert, en wordt wie buiten de gebaande paden treedt al snel gekroond tot ‘verfrissend echt’, mits het engagement stijgt. Dit past naadloos bij het concept social media capital: de verhandelbare som van digitale aandacht die toegang verschaft tot kansen en status (Saxton & Guo, 2020).

Toch schuilt er een ongemakkelijke paradox. Want hoe oprecht is een kwetsbaarheid die pas gedeeld wordt wanneer de uitkomst veilig is? Hoe eerlijk is een reflectie die slechts dient ter illustratie van hoe krachtig men erdoorheen kwam? Dat tellers zoals likes en views inmiddels worden ervaren als harde munt in de aandachtseconomie onderstreept het probleem (Heitmayer, 2025).

De reactie als bevestiging

Toch ligt de kern van dit fenomeen niet enkel bij de schrijver. Minstens zo bepalend is de dynamiek die ontstaat in de commentaarsectie. Onder deze berichten vormt zich vaak een warm bad van sociaal cement: een zorgvuldig opgebouwd decor van bewondering, steun en herkenning. “Trots op jou”, “Wat een krachtig verhaal”, “Zó inspirerend.” Het lijkt soms alsof we collectief hebben besloten dat iedere vorm van kritisch tegenlicht onwenselijk is, een inbreuk op de positieve sfeer die we zo zorgvuldig bewaken (Jacobs, 2024).

Die sociale bevestiging heeft haar eigen logica, en misschien ook haar eigen comfort. In een omgeving waar de gunfactor vaak bepalender is dan de inhoud, wordt confrontatie vermeden uit beleefdheid, onzekerheid of simpelweg omdat men liever aardig gevonden wordt dan scherp. Wat resteert is een netwerk waarin empowerment volop wordt gecelebreerd, maar waarin de spiegel zelden daadwerkelijk wordt voorgehouden.

Opvallend genoeg zie je dit niet alleen op het scherm. Ook in offline omgevingen, in gesprekken met vrienden of collega’s, blijkt het vaak makkelijker om iemand in zijn verhaal te laten dan om te vragen wat eronder zit. Niet per se omdat we dat niet durven, maar misschien wel omdat we ergens geleerd hebben dat kritisch zijn gelijkstaat aan onaardig zijn. En dus kiezen we voor meebuigen in plaats van terugkaatsen.

Tussen inspiratie en ijdelheid

Het is een dunne draad waarop we balanceren. Natuurlijk hebben we verhalen nodig, en natuurlijk kan het delen van persoonlijke ervaringen bijdragen aan collectieve herkenning, verbinding en inzicht. Maar ergens onderweg verandert dat delen in draaien, en dat draaien in drijven op de eigen echo.

De Zuid-Koreaanse denker Byung-Chul Han beschrijft in De transparante samenleving hoe het neoliberale subject voortdurend wordt aangemoedigd zichzelf te etaleren. Zelfoptimalisatie, zelfpresentatie en zelfvermarkting vormen in zijn visie een onafscheidelijke drie-eenheid (Han, 2012). Vanuit dat perspectief is het misschien niet vreemd dat een platform als LinkedIn zich steeds meer ontwikkelt tot een etalage waarin ieder profiel een zorgvuldig gecureerde mini-expositie is van prestaties, inzichten en doorleefde ‘lessen’. Maar een etalage zonder echte winkel erachter, hoe mooi ingericht ook, blijft uiteindelijk slechts decor.

De olifant in de kamer

Wat zelden expliciet benoemd wordt, maar in toenemende mate voelbaar is, is hoe ongemakkelijk deze dynamiek soms aanvoelt. De olifant in de kamer is niet dat mensen zichzelf zichtbaar maken of succes delen. Die olifant is dat we steeds minder goed lijken te weten of het nog werkelijk ergens over gaat. Of de boodschap nog iets wil betekenen, of slechts een spiegeltruc is van een ik dat gezien wil worden.

En als we eerlijk zijn, misschien maakt dat ook niet zoveel uit. Als iemand zichzelf graag voor de gek houdt, dan is dat in wezen vooral een kwestie tussen die persoon en zijn spiegelbeeld. Maar tegelijkertijd blijft er iets knagen. Want zelfbedrog is zelden zonder bijvangst. Het maakt niet alleen de boodschap oppervlakkiger, maar verdunt ook de kwaliteit van onze interactie. Wie zich uitsluitend in bevestiging omringt, verliest op termijn het vermogen om werkelijk geraakt of bevraagd te worden.

Tot slot

De fundamentele vraag is niet of je jezelf mag tonen, of dat je je verhaal mag delen. Natuurlijk mag dat. De wezenlijke vraag is: waarom doe je het? Wat is je motief wanneer je een post schrijft, reflectie deelt of een overwinning viert? Zoek je verbinding of bevestiging? Draag je bij of draai je rond?

En misschien wel de lastigste vraag: wanneer heb jij voor het laatst in een reactie niet bevestigend geklapt, maar teruggevraagd? Niet gestreeld, maar gespiegeld? Of, om de olifant uit het begin weer op te roepen: ben je werkelijk onderweg, in beweging, ontvankelijk? Of ben je inmiddels zo verstrengeld geraakt met je eigen profilering, dat je jezelf, zonder het te merken, vasthoudt aan je eigen slurf?

Bronnen

Han, B.-C. (2012). De transparante samenleving [Transparenzgesellschaft]. Suhrkamp.

Orgad, S. (2024). Posting vulnerability on LinkedIn. New Media & Society. Advance online publication.

Saxton, G. D., & Guo, C. (2020). Social media capital: Conceptualizing the nature, acquisition and expenditure of social media-based organizational resources. International Journal of Accounting Information Systems, 36, 100443.

Heitmayer, M. (2025). Second wave of attention economics: Attention as a universal medium. Interacting with Computers, 37(1), 18-34.

Jacobs, E. (2024, 22 juni). LinkedIn’s makeover lacks one thing: humour. Financial Times.

Inhoud
Gerelateerde artikelen
Ontvang het laatste nieuws